Zoals belooft hierbij mijn top 5 van boeken over de wielersport.
1. Tim Krabbé – “De renner” Het allerbeste fietsboek is natuurlijk geschreven door de wielrenner / schaakgrootmeester Tim Krabbé. Een boekje dat elke vakantie meegaat en weer met even veel plezier gelezen wordt. Tot nu toe heb ik ‘m 19x gelezen en het blijft een boeiend en meeslepend geschreven verhaal over 1 van de door de schrijver gereden wedstrijden uit zijn amateurwielercarrière. Als je van fietsen houdt dan moet je dit boek absoluut lezen.
2. Bert Wagendorp – “De proloog”
Een wielerroman die gaat over valpartijen en de meisjes van het erepodium, over doping en wielerjournalisten. De proloog gaat ook over de kick van het afdalen, doorfietsen met een bekkenbreuk, Hennie Kuiper en kasseien. Het gaat over de wielersport, een verhit toneel vol smeerlapperij en nietsontziende eerlijkheid, een mengelmoes van twijfelaars en linkeballen, optimisten en klasbakken. Bert Wagendorp schreef het meeslepende en onthullende verhaal van de man die voorbestemd is om de proloog te winnen. Wie dit boek heeft gelezen ziet het peloton voortaan met andere ogen. Dit boekje is ook al menigmaal in de vakantietas gegaan, een nietsverhullend verhaal over de wielersport aan de vooravond van de wielerwedstrijd van het jaar.
3. Benjo Maso – “Het zweet der goden”
Benjo Maso schreef het perfecte boek over de geschiedenis van het wielrennen met prachtige verhalen over bijzondere gebeurtenissen en markante figuren uit de rijke historie van de wielersport. In het zweet der goden wordt uiteraard ook diep ingegaan op de heroïsche historie van de belangrijkste klassementswedstrijd ter wereld : de Tour de France. De schrijver is er zeer goed in geslaagd om in kort bestek de geschiedenis van de wielersport in het algemeen overzichtelijk neer te zetten. Het beschrijft de historie vanuit verschillende gezichtspunten, waarbij Maso er niettemin in is geslaagd om van het geheel een hecht gecomponeerd, doorlopend verhaal te maken. Dit lees je makkelijk in 1x uit want het is boeiend en vlot geschreven van het begin tot het einde.
4. Gijs Zandbergen – “Het zure leven van Bart Zoet”
Een interessante biografie over het leven van een voor de meeste mensen niet zo’n bekende renner. Volgens zijn wielercollega’s zijn er na de Tweede Wereldoorlog geen tien renners geweest die harder konden fietsen dan Bart Zoet. Het was dan ook voornamelijk aan hem te danken dat Nederland op de Olympische Spelen van Tokyo in 1964 goud won in de ploegentijdrit. Het boek beschrijft de teloorgang van een talentvolle renner wiens karakter niet paste in de harde wereld van de profwielrennerij. De schrijver laat zien hoe het mogelijk is dat iemand wiens leven zo perspectiefrijk begint, zo tragisch aan zijn einde kan komen. Mooi geschreven verhaal uit de wielertijd zonder hartslagmeters, computers, epo en flitsende zonnebrillen.
5. Mart Smeets – “De lange ontsnapping”
Een mooi en boeiend geschreven wielerroman die vertelt over de populaire sportverslaggever Stijn Miller die gezwicht is voor het grote geld en overstapt naar het nieuwe Sportkanaal. Door een aantal stevige botsingen met de directie van de commerciële zender tijdens de Tour de France groeit echter zijn twijfel of hij er wel goed aan heeft gedaan. De toevallige ontmoeting met een oude liefde, onderweg in het Franse land, vergroot zijn onzekerheid nog meer. Naarmate de Tour zijn einde nadert, stijgt de spanning, zowel in de klassementen als in het privéleven van Stijn Miller. En wanneer hij na terugkomst op Schiphol achter het glas de wachtenden in het oog krijgt, staat zijn hart bijna stil van schrik………….
donderdag 28 februari 2008
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten