Klimmen.
Of het nou op de Van Brienenoordbrug, de Limburgse heuvels of de Franse Alpen is, het blijft ontegenzeggelijk voor mij één van de meest aantrekkelijke elementen van de wielersport.
Waarom die aantrekkingskracht er is blijft een moeilijk te beantwoorden vraag als je bekijkt dat het voornamelijk afzien is en een constante strijd tussen geest en lichaam. Misschien is het de zoektocht naar je eigen grenzen of heel simpel het feit dat je afdalen nog leuker vindt. En als je wil afdalen moet je eerst omhoog!
De afdaling na het rijden van de Marmotte was lang en eindigde gek genoeg niet in Bourg d'Oisans. Ik bleef maar dalen, dieper en dieper, de zon verdween en het werd steeds donkerder. Ik was op bekend terrein maar had toch ergens een verkeerde afslag genomen en hoewel ik niet wist waar ik zou eindigen kwam het me op een of andere manier toch bekend voor. Uiteindelijk werd de snelheid minder en toen ik niet meer daalde stopte ik om op de kaart te kijken waar ik was. Op het bord langs de weg stond duidelijk te lezen "Bienvenue dans le Gorges du Trou Noir" maar hoe goed ik ook zocht, het was nergens op de kaart te vinden.
Het was een duister oord waar nog meer fietsers rondreden, verward en niet wetend wat te doen. Dagen reed ik rond op zoek naar de weg uit dit donkere dal waar ik zelfs nog door een hardnekkig griepvirus van mijn fiets werd getrokken. Uiteindelijk zag ik heel in de verte weer wat licht en volgde de borden naar de voet van de Col de la Lumière, een klim van ruim 10km met een gemiddelde stijgingspercentage van 7%. Het was een rotklim met ontelbare haarspeldbochten en een grillig verloop. Steile stukken van zeker 15% werden afgewisseld met vlakkere stukken en af en toe zat er zelfs een korte afdaling in. De tijd vloog voorbij en de klim duurde dagen en de kilometerpaaltjes brachten mij constant in verwarring. Dan was het nog 6km tot de top, dan weer 7, vervolgens ineens nog maar 4 om verderop weer een bordje van 6km te passeren. Ik werd er gek van, begon dat mooie klimmen te haten en snakte naar het einde. Na dagen van zwoegen werd het uiteindelijk wat gelijkmatiger en kwamen ook de eerste zonnestralen door de donkere bewolking heen. Ondertussen was ik al 5 weken onderweg toen ik eindelijk het bordje van de laatste kilometer zag. De laatste paar honderd meter zette ik nog even een eindsprintje in en kwam boven. De klim uit het zwarte gat zat erop.
Klimmen.
De Vogezen, de Mont Ventoux of Pyreneeën, ik kan ze een ieder aanbevelen. Neem na deze zware beklimmingen echter de goede afslag en vermijdt de "Gorges du Trou Noir". Voor je het weet ben je verdwaald en weken onderweg om weer thuis te komen.
U bent gewaarschuwd!
zondag 9 augustus 2009
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
4 opmerkingen:
Hoi Ton,
Je hebt je gevoel wel heel erg mooi omschreven. Goed om te horen dat het weer beter gaat met je. Het is prachtig weer en zo te lezen is de zon ook voor jou gelukkig weer gaan schijnen. Probeer er weer van te genieten en doe vooral rustig aan.
Groeten,
Angelo.
Oef je hebt behoorlijk liggen ijlen Ton. H1N1 wellicht? Hoop dat je snel de (fiets-)draad weer op kunt pakken.
Ik had het inderdaad aardig te pakken maar ik heb gisteren weer m'n eerste ritje gereden. Lekker rustig aan gedaan en het viel niet eens tegen!
ik ken je verder niet maar volg al een tijdje diverse web log's van fietsers, heel goed weer gegeven. wij doen elk jaar de agr, lm en de mh2d. daarna volgt ook zo'n gat wat moeilijk te omschrijven is maar jij geeft het goed weer. groeten van Jano
Een reactie posten