Someren-Heide. Het regent. Ik zit in de achterbak van mijn auto en kijk tussen de vastgeplakte regendruppels door naar buiten. Er lopen mensen rond met parapluies of hangen over een hek langs het parcours met hun hoofd diep onder een capuchon. Het zijn er zowiezo weinig die de nattigheid trotseren. Dit is niet echt het uitgelezen weer om naar een wielerkoers te gaan kijken, zelfs niet als het een Nederlands Kampioenschap is.
In Brabant verwacht je toch minstens het halve dorp langs de zijlijn maar nu zit iedereen achter de geraniums, tv aan en bij een enkeling misschien zelfs wel de kachel.
Mijn fiets staat naast me. Schoon, glimmend, ketting gesmeerd. Klaar voor zijn 1e en tevens laatste NK. Na 8 jaar trouwe dienst is het tijd voor een nieuwe en gun ik hem een mooie afscheidskoers. Nog één keer zal hij de kracht van mijn benen op de pedalen voelen, mijn handen die trekken aan het stuur, het schuiven op het zadel. Nog één keer de wind die langs het frame suist, regen die opspuit van de wielen en uiteen spat op het rood dat langzaam verdwijnt onder een dun laagje modder. Zijn laatste kunstje.
Terwijl ik mijn spullen bij elkaar zoek zie ik renners voorbijkomen, lopend met de fiets aan de hand, tas over de schouder. Ik zie alleen maar onbekende gezichten, niemand kent mij. De 1e schooldag op een nieuwe school. Of het een voordeel of een nadeel is moet nog blijken straks in de wedstrijd die over een uurtje gaat beginnen.
De Masters 50-59 en 60+ zijn nog bezig met hun koers. Grijs haar komt onder de nieuwe helmen uit. Gerimpelde gezichten, door de tijd en de wedstrijd getekend. Taaie mannen die mij met een verbazingwekkende snelheid passeren, de bocht in gaan en weer uit het zicht verdwijnen.
Ik steek over op weg naar de permanence (een prachtig woord voor een tafeltje met 2 personen in een achterafzaaltje van een plaatselijk horecabedrijf) om mijn startnummers op te halen. Renners vóór mij hebben hun licentie achtergelaten en die staan verzameld in een grote bak met nummers. Als fietstoerist, recreatiefietser of cyclosportieveling (geef de niet-wedstrijdrijder maar een naampje) mag ik op een daglicentie starten. Ik sta al ingeschreven maar moet nog even een gele kaart met mijn persoonlijke gegevens invullen om definitief voor een paar uur toe te treden tot het "echte" wielerpeloton. Ik krijg startnummer 112 toegewezen, betaal de borg voor de 2 stukken bedrukt textiel inclusief 2 (?) spelden en wandel na een hoognodig toiletbezoek weer onder mijn Saxo Bank parapluie (je moet toch ergens indruk mee maken) naar de auto terug.
Ik ben m'n sokken vergeten! Verdomme, ik ben m'n sokken vergeten! Ik haal alles uit m'n tas maar er zitten geen wielersokken bij. Ik draai even de film in m'n hoofd terug naar de ochtend waar ik het beeld voor me zie dat ik met een paar zwarte sokken in m'n hand sta. Hoe ik ook zoek op het stuk gedachte-celluloid, het beeld van de sokken IN de tas komt er niet op voor. Blote voeten in m'n raceschoenen is geen optie, zeker niet met dit weer, en ik besluit mijn gewone sportsokken dan maar aan te houden. Witte. Nu nog wel.
Alle andere benodigde kledingstukken zijn gelukkig wel aanwezig en een half uurtje later begeef ik mij dan ook in een complete wieleroutfit naar de start. De benen goed in het vet.
Het infietsen stelt niet veel voor, een beetje heen en weer rijden en daarna snel schuilen onder het afdak bij een benzinestation vlakbij de start. Met z'n allen dichtbij elkaar staan we te wachten tot we naar de streep worden geroepen. Het is opgehouden met zachtjes regenen en het komt nu met bakken naar beneden. Het wachten duurt allemaal te lang, ongeduldig gemompel in de groep, een bel klinkt en we zijn onderweg! 12 ronden van 5,7 km, het aftellen is begonnen.
Er is weinig tijd om na te denken want binnen 10 seconden lig ik in volle sprint om de groep bij te benen op weg naar de eerste bocht. Na 100 meter zit m'n hartslag al in de rode zone. In de bocht zakt het tempo bijna naar 0 als we er 3-dik doorheen sturen. Dan gelijk weer vol op de pedalen, sprint nummer 2! Mijn God, als dit zo heel de tijd doorgaat, pfffff.
Een lange weg voor ons, zo'n 2,5 km denk ik, smal en af en toe met veel troep op het wegdek afkomstig van de omliggende weilanden. Een straal water vermengd met zand en modder, opgeworpen door het achterwiel van mijn afwisselende voorgangers, spuit tussen mijn ogen en vertroebeld de blik door mijn gele brillenglazen. Na een halve ronde zie ik al bijna niks meer en besluit 'm af en te doen. De lichte kunststof bril, die precies 2 seconden schoon is gebleven, verdwijnt met een redelijk vloeiende beweging in mijn achterzak. Met helder zicht zie ik dat de meeste renners geen bril ophebben. Ervaring.
Er wordt gedemarreerd dat het een lieve lust is maar ik hou me voorlopig nog rustig. Ik heb al moeite genoeg om het tempo bij te houden en hoewel mijn benen reeds op bedrijfstemperatuur zijn moeten mijn hart en ademhaling nog in elkaars ritme komen, dus van onbezonnen acties is nog geen sprake.
Ondanks alle vluchtpogingen vloeit de groep toch steeds weer samen en het peloton voltooit dan ook compleet de eerste ronde al weet ik natuurlijk niet wat er achter mij al afgewapperd is. Ik hoef het ook niet te weten, wat er voor mij gebeurt is belangrijker. En dat wordt al gelijk bij het ingaan van de tweede ronde benadrukt als er zo'n 10 meter voor mij een valpartij is. 4 of 5 renners klappen op het natte asfalt en ik moet vol in de remmen. Ik blijf overeind en kom tussen de brokkenpiloten tot stilstand. Er wordt gescholden, verwijten vliegen heen en weer en haastig worden de schoenen weer in de pedaaltjes geklikt en de achtervolging ingezet op de groep die ongeschonden door heeft kunnen rijden. Ik moet ook weer vol in de sprint om me bij het groepje aan te sluiten wat in achtervolging gaat. Het duurt bijna een ronde en heel veel moeite en kracht voordat we weer aan kunnen sluiten. Nadat ik een beetje van de extra inspanning ben bijgekomen besluit ik om me wat naar voren te werken om dit soort overbodige energieverspilling te vermijden.
Het tempo is ondanks het slechte weer en de moeilijke omstandigheden moordend in de eerste paar ronden en ik zie de snelheid op mijn tellertje constant tussen de 45 en 50 km per uur schommelen. De benen zijn nog steeds prima en doen hun werk uitstekend maar ik twijfel of ik dit tot het einde vol ga houden want de overige essentiële onderdelen voelen aan alsof ze op ontploffen staan. De ademhaling giert door m'n keel en geselt m'n longen terwijl mijn hart in overdrive is en bijna door mijn borstkas naar buiten komt. Dit is geen rustig toerritje of een regelmatige klim op een Alpentop. Zelfs een stevige cyclo benadert niet de inspanning die ik aan het leveren ben. De Ronde van Nootdorp was brugklas MAVO en ik heb misschien wat teveel klassen overgeslagen want dit is eindexamen VWO. Ik moet nog 8 ronden, het zand knarst tussen mijn tanden, ik heb geen droge draad meer aan mijn lichaam en toch geniet ik op een of andere manier! Wielrennen is een vorm van masochisme.
In ronde 6 of zoiets stabiliseert het tempo zich enigzins en kan ik snel even een energiedrankje naar binnen werken. Even een kort momentje van herstel voordat het tempo weer omhoog wordt geschroefd.
Zonder het bewust te hebben gepland kom ik ineens in een groepje van 5 voorop te zitten. Als ik omkijk zie ik dat we een gaatje van zo'n 50 meter hebben en we proberen een soort van samenwerking tot stand te brengen. Het lukt niet echt en het gaatje wordt dan ook snel weer dicht gereden door het peloton die nog steeds geen vluchters toelaat. De wil van de massa wordt aan ons opgedrongen en ik laat me dan ook weer wat terugzakken naar het midden van de groep.
Nog 5 ronden te gaan en ik constateer al 7 ronden lang dat er heel voorzichtig en langzaam door de bochten gereden wordt. Te langzaam voor mijn gevoel en ik besluit dan ook eens te testen of ik dat sneller kan en of dit eventueel een voordeeltje op kan gaan leveren. Ik werk mij naar voren en nestel mij aan kop als we 1 van de 4 bochten naderen (het is een mooi rechthoekig parcours). Ik hou snelheid, rem niet teveel af en draai de bocht in, armen onder in de beugel, rechter been gestrekt en druk op het pedaal. Halverwege de bocht aanzetten, overeind komen, op de pedalen staan en hard doortrekken. De discipline die ik al heel de tijd volg maar deze keer in mijn tempo! Ik kijk achter mij om het resultaat te zien en merk dat ik zomaar een meter of 6 a 7 los ben van de rest. Ik rij niet door want dat staat gelijk aan een zelfmoordactie maar het is goed om te onthouden!
Het lijkt wel of ik met mijn actie de groep een beetje heb wakker geschud want er wordt de rest van de ronde aan alle kanten gedemarreerd. Ik ga een keer mee maar weer in een groep zonder lang bestaansrecht.
Aan het eind van ronde 8 knijpen er een aantal mannen tussenuit. Over de hoofden van mijn voorgangers in het peloton zie ik dat ze snel een aardig gaatje hebben. Er wordt getwijfeld en de afstand wordt groter. Ik blijf zitten zoals er zoveel blijven zitten. Teveel, want het blijkt uiteindelijk de juiste ontsnapping te zijn.
De voorsprong wordt niet groot maar de grote groep heeft niet meer de kracht of de wil en de saamhorigheid om het gat dicht te rijden. Na een bocht kan ik de groep voor ons goed zien en tel dat het er totaal 11 zijn. Voor mij en de rest wordt plaats 12 dus het hoogst haalbare.
De laatste ronde gaat in en het tempo zakt wat en het lijkt dat iedereen zich aan het voorbereiden is voor de laatste sprint. Ik probeer me wat naar voren te werken wat aardig lukt. De laatste bocht is nog zo'n 100 meter voor ons en ik zet rechts van de weg aan als ik een gaatje zie en schiet naar voren. Ik ga als eerste de bocht in en kom er net als een paar rondes eerder met zeker 5 meter voorsprong op de rest weer uit. Ik schakel en zet voluit aan. Alle laatste restjes kracht die ik nog in mijn benen heb zitten worden opgeroepen en ik vlieg langs de eerste paar vluchtheuvels. Ik zie in mijn ooghoeken nog steeds niemand verschijnen als de laatste 100 meter ingaat. Ik hoor de stem van de speaker al klinken en krijg de pedalen steeds moeilijker rond. Toch gaat het nog hard genoeg maar als ik nog 50 meter te gaan heb zie ik rechts van mij een voorwiel in beeld komen. Eéntje maar, dat valt mee. Ik heb geen kracht meer om te versnellen en zie langzaam ook de rest van een fiets verschijnen. De finish is nog 20 meter van mij verwijderd en m'n benen branden ongeveer uit m'n broek. De energievoorraad is nu definitief opgesoupeerd en ik verwacht in de laatste meters niet alleen de man naast mij maar ook de rest van het peloton over mij heen te krijgen. Net vóór de witte lijn op het wegdek schiet er een renner (de eigenaar en bestuurder van de eerder genoemde fiets) langs mij maar tot mijn opluchting blijft het daarbij. Als ik mijn rekenwerk goed heb gedaan finish ik dus als 13e.
Someren-Heide. Het is inmiddels droog geworden en ik zit weer in de achterbak van mijn auto. Nat, vuil, vermoeid maar met een voldaan en tevreden gevoel. Ik zoek mijn droge, warme kleren en besef me tegelijkertijd dat ik een mooie klassering heb behaald in een moeilijke wedstrijd.
Mijn fiets staat tegen de auto. Met een doek wrijf ik het zand en het meeste andere vuil van het frame en de wielen voordat ik hem naar binnen til. Ik klop hem even op het zadel als ware het een bedankje voor het geleverde werk.
Nadat ik mijn rugnummers weer heb ingeleverd en mijn prijs in ontvangst heb genomen (ja, ja, de 13e plek heeft mij 5 hele euris opgeleverd!) is het tijd om weer naar huis te gaan. Een mooie, zware wedstrijd achter de rug en weer een ervaring rijker. Op mijn 47e zit mijn 1e Nederlands Kampioenschap erop. Beter laat dan nooit. Net als de zon, die als ik op de snelweg richting Capelle rijd eindelijk tussen de wolken door verschijnt.
zondag 12 september 2010
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
7 opmerkingen:
Wauwww prachtig resultaat, ben trots op je! Volgende keer fff wat eerder melden dan komen we met een fanclub je aanmoedigen, wel zo gezellig :-)
3Ly
Ton, dit smaakt toch wel naar meer... Volgend jaar gewoon weer meedoen. Dan ben je nog sterker want dan heb je zoveel getraind voor de Alpe... Ik geloof in je.
Dikke kus
Pluis
Hoi Ton,
Weer een zeer vermakelijk verslag van wederom een prestatie van formaat. Je hebt behoorlijk wat progressie geboekt dit seizoen zeg. Kun je me je geheim verklappen? Al een idee betreft je nieuwe fiets? Geniet nog maar wat na van een prachtig wielerseizoen. Straks weer de modder in met de MTB ook altijd leuk toch !! ik zou op de mtb ook wat wedstrijdjes gaan rijden als ik jou was met deze vorm.
Groeten,
Angelo.
zie je dat 13 niet altijd iets negatiefs hoeft te zijn! 1e in Nootdorp met startnummer 13 en nu 13e op je 1e NK. Knap gedaan hoor, zeker met dat rotweer. Ook wij zijn weer trots op je.
Petra C-v R
Mooi man!! En mooi beschreven. Bijna poetisch bij vlagen.
Al een idee over de nieuwe racert?
Startnummer 1-1-2: bij de organisatie rinkelden de alarmbellen al voor jou.
Dat kun je mooier belonen dan door 13e te worden.
O jee, zie dat er een fout in mijn reactie staat.
D'r staat: Dat kun je mooier belonen dan 13e te worden.
Moet zijn: Dat kun je niet mooier belonen dan 13e te worden.
Sorry
Een reactie posten